PowerNotes #08 De Nieuwe Nederlandse Stad: de kracht van het ontwerp | |
Hoe kan de Randstad Holland aansluiting houden bij de internationale top en mee blijven spelen in de Champions League? Deze vraag stelde biënnaledirecteur George Brugmans centraal tijdens de opening van het slotdebat van de twee weken durende PowerLounge. | |
Rotterdam, vrijdag 8 juni 2007
De toekomstplannen in Noord- en Zuidvleugel tonen verschillende benaderingswijzen van planning en ontwerp en de situatie heeft daarom wel iets weg van een Ajax-Feijenoord: verbeeldingskracht tegenover daadkracht. Hoe kunnen ze beide een rol spelen in het toekomstig krachtenveld van economie en politiek? Wat is de inhoud en wat is de macht van het ontwerp? Maarten Hajer (lid VROM-Raad en hoogleraar Universiteit van Amsterdam) modereerde het slotdebat. Hajer vroeg de panelleden hun droom voor de Randstad te onthullen. Maarten van Poelgeest (wethouder Ruimtelijke Ordening, Amsterdam en voorzitter bestuurlijke regiegroep Noordvleugel 2040) ziet de ideale Randstad als een netwerk dat in verbinding staat met de wereld waarin het prettig wonen en leven is. Zijn referentiestad is Amsterdam vanwege het scherpe contrast tussen stad en land. Hamit Karakus (wethouder wonen en ruimtelijke ordening, Rotterdam) kopte de bal niet in maar pleitte daarentegen om urgente problemen op het gebied van ruimtelijke ordening, economie, werkloosheid en bereikbaarheid gezamenlijk aan te pakken. Het instellen van één Randstad autoriteit zou daarbij kunnen helpen. Duco Stadig (voorzitter, Vereniging Deltametropool) vulde dit aan met een pleidooi voor een hoogwaardig regionaal openbaar vervoernetwerk en stelde dat Schiphol niet het vliegveld van Amsterdam is maar van de gehele Randstad. Ook Mariet Schoenmakers (directeur AM Concepts en voorzitter Stimuleringsfonds voor Architectuur) ziet de kracht van de Randstad in de complementaire verschillende steden. Het is een grote kwaliteit dat je vanaf elke plek binnen een half uur op het platteland bent, aldus Schoenmakers. Joost Schrijnen (projectdirecteur Structuurvisie Almere 2010-2030 en voormalig directeur Ruimte & Mobiliteit, Provincie Zuid-Holland) vergeleek de Randstad treffend met de regio San Francisco: qua schaal, programma, aantal inwoners en ligging aan het water is deze eveneens meerpolige metropool een zinvolle referentie. Alle kernen doen mee en geven betekenis aan de grotere urbane regio. Adriaan Geuze (West 8, landschapsarchitect) rekte de grens nog verder op door te stellen dat ook Zwolle en Alkmaar deel uitmaken van de range aan gespecialiseerde steden binnen de Randstad. Het probleem is echter het gebrek aan communicatie en samenwerking. Het fenomeen Randstad doet denken aan de Babylonische spraakverwarring. Geuze ziet Zuid-Holland als een soort Los Angeles, waar iedereen de weg kwijt is. Amsterdam is daarentegen inderdaad een prettig model, waar het landschap altijd dichtbij de stad is. Moderator Maarten Hajer citeerde het jury rapport over de inzendingen voor de tentoonstelling de Nieuwe Nederlandse Stad. De inzendingen vormen een reflectie van de impasse waarin het toekomstdenken van de Randstad zich bevindt. Het ontbreekt aan een Randstad ideaal. Schrijnen reageerde hierop met een pleidooi voor meer intellectuele vrijheid. Analoog met de visie van Zef Hemel voor Amsterdam en de ideeën van Atelier Zuidvleugel zou een Randstadatelier ingesteld moeten worden. Maarten Hajer verbrede vervolgens het debat door ook de democratie en het klimaat aan de orde te stellen. Nederland heeft de laagste participatiegraad van etnische minderheden. De Rotterdamse wethouder Karakus stelde dat zowel allochtone als autochtone bewoners zich moeten kunnen herkennen in de woningplattegrond als ook in de inrichting van de openbare ruimte. Minstens zo belangrijk is de sociale opgave, er zijn betere voorzieningen nodig in de wijk. Adriaan Geuze ziet het probleem vooral in menselijke waardigheid. Iedereen heeft recht op een mooie voordeur en een kastanje aan het eind van straat. Op veel plekken in de stad ziet Geuze dat bewoners weinig respectvol worden afgescheept met een armoedige inrichting van de openbare ruimte en slechte gebouwen waar niemand zich thuis zal voelen. Joost Schrijnen beaamde dit en ziet dat de vormgeving steeds minder klopt met de woonwensen. Daarvoor zijn ontwerpers medeverantwoordelijk, aldus Schrijnen. Hierover bleken vrijwel alle panelleden het eens te zijn. Evenzo betreffende het volgende onderwerp: de klimaatbestendigheid van de Randstad. Geuze hekelde op dit punt wel de babbelcultuur van de Nederlandse beleidsmakers. Het klimaat is een aanleiding voor allerlei nieuwe inspirerende vormen van landgebruik, zo bleek uit de Tweede Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam. Ondertussen bouwen we op het diepste punt van Nederland (Zuidplaspolder) door aan een nieuwe uitbreidingswijk, volgens beproefd recept. Dat is niet duurzaam!
Maarten Hajer vatte de aanbevelingen die uit dit debat naar voren kwamen samen in de volgende drie punten: - de infrastructuur moet verbeterd worden en fungeren als netwerk, - de kwaliteit van de publieke ruimte op wijkniveau verdient verbetering, - de kansen die klimaatbestendig bouwen biedt, moeten benut worden. Vanuit het panel werd nog aangevuld dat het accepteren van risico's en opportunisme meegenomen moet worden om het doel, de versteviging van de internationale concurrentiepositie, te kunnen bereiken.
De bij het debat aanwezige minister van VROM Jacqueline Cramer kreeg hierop het woord en reageerde verheugd op alle inspirerende woorden die ze tijdens het debat hoorde. Ook prees zij de tentoonstelling Visionary Power die volgens haar toont dat ontwerpers steeds meer verbinding weten te leggen tussen architectuur en context. Deze sociale inbedding en integrale aanpak mist ze daarentegen in de meeste Nederlandse inzendingen voor de tentoonstelling De Nieuwe Nederlandse Stad en de plannen voor de Randstad. Minister Cramer vervolgde met de mededeling dat de drie door Maarten Hajer genoemde aanbevelingen overeenkwamen met de speerpunten van haar voorgenomen beleid. Allereerst zal er meer aandacht komen voor klimaatbestendig leven, waarbij de aandacht vooral op het water gericht is. Met name smeltwater dat via de grote rivieren ons land zal binnenstromen zak een steeds grotere uitdaging vormen. Het tweede aandachtspunt is een duurzame leefomgeving in de steden. Daaronder vallen volgens de minister ook nieuwe werklandschappen. Een veranderende dynamiek vraagt om nieuwe functiecombinaties en een geïntegreerde netwerkaanpak. Vervoerssystemen zijn heel bepalend om te sturen waar ontwikkeling plaats zal vinden. Het derde punt van aandacht is een duurzame leefomgeving in bredere zin. Mensen willen meer zien dan steen. Er is grote behoefte aan natuur- en landschapsbeleving en aan recreatie. De minister ziet de oplossing in metropolitane parken en bufferzones, waarbij uiteraard zuinig omgesprongen zal moeten worden met bestaande groenwaarden.
De voorzitter van het bestuur van de Architectuur Biënnale, Elco Brinkman, sloot de avond, en daarmee de PowerLounge, af. Brinkman benadrukte het belang van de Biënnale en sprak zijn dank uit aan de gemeente Rotterdam voor de toegezegde steun voor de vierde editie in 2009. |