PowerNotes #08 Biënnale directeur George Brugmans over 2007 en 2009 | |
George Brugmans is filmmaker en directeur van de tweede en derde Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam. | |
Rotterdam, donderdag 7 juni 2007
Hoe maak je een biënnale? Om te beginnen: het hoe mag je niet los zien van het waarom. Het belangrijkste doel van deze Derde Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam, vanuit de eigen organisatie gezien, was om te overleven en tegelijkertijd aan de buitenwereld een zelfverzekerd imago te tonen. Voor deze derde biënnale was er nauwelijks financiële steun van de nationale overheid. Het voert te ver om daar nu verder op in te gaan, maar een klein jaar geleden was het simpelweg zo dat we de organisatie aan het opheffen waren. Ik had iedereen al hartelijk bedankt voor het harde werk en de loyaliteit. Sommigen waren al vertrokken naar elders. Maar om één voor twaalf zijn we gered door de gemeente Rotterdam. Die wilde absoluut verder en verhoogde haar toch al substantiële bijdrage. Het was net genoeg om te besluiten om door te gaan, maar vanaf dat moment was het koorddansen, met 60% van het budget dat er voor de tweede biënnale was. Gelukkig was het Berlage Instituut, dat al eerder toegezegd had curator te willen zijn, bereid om mee te gaan in dit avontuur. Dat besluit waardeerde ik enorm, omdat we op dat moment uiterst kwetsbaar waren: te weinig geld en te weinig mensen. Iedereen liep het risico zijn vingers te branden, het had een catastrofe kunnen worden. Maar goed, dan moet je het omdraaien, en ervoor gaan. En toen werd het thema, POWER, in feite ons geheim wapen. De wereld ingaan en het over Power hebben terwijl je zelf uiterst kwetsbaar bent, juist dat heeft ons heel scherp gehouden. "Only the paranoid survive"
Dat is natuurlijk niet het antwoord dat je wil horen. De vraag was hoe maak je een biënnale? Maar daar is geen standaard recept voor. Het gaat om mentaliteit, en om de mensen die het doen. En we hebben wel een klein team maar met hele goede mensen. Ik ben blij dat we de harde kern van het team bij elkaar hebben weten te houden, het kernteam dat ook de tweede Architectuur Biënnale heeft gerealiseerd. Dit kernteam heeft nu twee edities gedaan: één met Adriaan Geuze, een bijzonder intelligent en wilskrachtig individu; en één met het Berlage Instituut, een immens complexe maar fascinerende en interessante groepssamenwerking. Dit team kan nu de hele wereld aan en het is klaar voor de vierde editie. Daarom ben ik blij dat wethouder Kaya afgelopen zondag, bij de opening van de tentoonstelling Form and the City, aankondigde dat de gemeente Rotterdam het besluit heeft genomen om ook de vierde editie mogelijk te maken. Dat kwam op het juiste moment. We kunnen nu gewoon doorgaan en hoeven nu niet opnieuw steeds het ravijn in te kijken. Deze vrijdag is het slotdebat in de PowerLounge. De tentoonstellingen blijven staan tot 2 september, maar de PowerLounge zal op maandag 11 juni worden ontmanteld. Diezelfde avond hebben we een serieuze brainstormsessie over 2009. We hebben partners en collega's uitgenodigd om gezamenlijk met ons over de toekomst na te denken. Wat wordt het thema in 2009? Wie wordt de volgende curator? Ik hoop dat eind deze zomer bekend te kunnen maken.
| Waarin verschilt de Rotterdamse biënnale van andere biënnales? Was je bij de opening op 24 mei? Daar waren ruim 800 mensen en ik schat de gemiddelde leeftijd op 35 jaar. Dat zijn wij! Dit is een researchbiënnale en een platform voor een jonge generatie architecten en stedenbouwkundigen. De combinatie van deze twee karakteristieken maakt 'Rotterdam'. Deze generatie maakt nog geen onderdeel uit van het probleem. Ze zijn gedreven en nieuwsgierig, bereid om alles te onderzoeken en een oplossing te vinden. Om die energie, intelligentie en mentaliteit iedere twee jaar in Rotterdam te kunnen bundelen is heel inspirerend. Waarom? Omdat we zo een werkelijk verschil kunnen maken. Deze biënnale is niet gebouwd rond "starchitects" en hun werk. We hoeven dus ook geen ingewikkelde structuur om ingewikkelde persoonlijkheden te bouwen, je begrijpt wat ik bedoel. Ik wil duidelijk zijn: de sterren zijn meer dan welkom, maar de thematiek, het verhaal van de biënnale staat voorop. Deze biënnale wil "echt" zijn, geen kunstjes vertonen. De ideeën die in de tentoonstelling naar voren worden gebracht moeten bruikbaar en concreet zijn, het verschil kunnen maken in de stad. Met name in Rotterdam zelf: we verbinden Rotterdam met de wereld en de wereld met Rotterdam. Door middel van architectuur, van reflectie op wat de stad is, kan zijn, zou moeten zijn, en zou moeten willen zijn. Dat is echte internationale culturele uitwisseling. Als we daaraan verder kunnen werken zonder constant na te hoeven denken of we morgen nog bestaan, dan kan de biënnale zich in zes tot acht jaar ontwikkelen tot een sterk merk en zal de biënnale een vanzelfsprekende schakel zijn in de waaier van de Nederlandse architectuurinstellingen. De uitdaging is dan om scherp te blijven en de biënnale vooral niet volgens een standaard recept te maken.
Het gevaar van zelfgenoegzaamheid... Precies. Gelukkig blijven er nog genoeg zaken om ons zorgen over te maken. Het is nog te vroeg om deze derde editie te beoordelen, maar het bezoekersaantal valt tot nu toe wat tegen. De tentoonstellingen worden als moeilijk ervaren, zijn dat ook in zekere zin, en dat mag niet in Nederland. Dit is niet meer het land van Spinoza, maar van John de Mol. Nederland zit in een neerwaartse spiraal. De afgelopen decennia hebben we ons onderwijs systematisch kapot gemaakt. In Hilversum beconcurreren ze elkaar om te kijken welke omroep het diepst op zijn hurken kan gaan zitten, alle reflectie is taboe. Op de opening van de biënnale waren er twee Duitse en een Braziliaanse televisieploeg, en die stelden redelijk ingewikkelde vragen over de toekomst van de stad. De Nederlandse TV schitterde door afwezigheid. Dit land zit in een identiteitscrisis. De media weten niet meer hoe dit met de noodzakelijke diepgang op te pakken, ze hebben geen agenda en zijn doodsbang voor een meer intellectuele benadering. Ze zijn onderdeel van het probleem geworden. Maar het is toch in de arena van de stad waar we die identiteitscrisis met name moeten zien op te lossen. Dan moeten we het dus over die stad hebben. Te complex? Sorry, maar de wereld is nu eenmaal complex. Voor de biënnale is dat een van de belangrijkste opgaven voor de toekomst: hoe belangrijke, maar complexe thema's te presenteren in die Nederlandse context. Misschien moeten we wel als filmfestival verder of in strategische samenwerking met een kleine of lokale omroep onze eigen programma's gaan uitzenden. Meer dan 300.000 mensen hebben de film over de informele stad, over Carácas, die we samen met de VPRO hebben gemaakt, gezien. Die film heeft 1% van ons totale budget gekost.
|