POWER -
Producing the Contemporary City


24 Mei - 2 September 2007
 
PowerNotes #08
Jo
ost Schrijnen over De Nieuwe Nederlandse Stad

Na jarenlang voor de stad Rotterdam en de Provincie Zuid-Holland gewerkt te hebben werkt Joost Schrijnen nu als projectdirecteur Structuurvisie te Almere. Daarnaast is hij onder meer hoogleraar Stad en Regio aan de TU Delft en zit hij in het bestuur van de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam. Vrijdag 8 juni 2007 neemt hij deel aan het debat over de Randstad in de Kunsthal. 

Rotterdam, woensdag 6 juni

 

Jarenlang heb ik in het Zuidelijk deel van de Randstad gewerkt. Het is erg leuk en interessant om nu ook eens in het noorden te werken. Het is een heel andere wereld, de mentaliteit, het landschap. Dat hoort er ook allemaal bij. In mijn kantoor heb ik een kaart van de Randstad aan mijn muur gespijkerd.

 

Het debat aanstaande vrijdag heeft als titel 'Design Power: Noord versus Zuid in één Randstad'. Bestaat er competitie tussen de steden in de Noordvleugel en de Zuidvleugel en is dat wenselijk?

Dat vind ik irrelevant, dat is een bestuurlijk probleem. Een gezonde concurrentie tussen steden en regio's heb je overal. Als je Auke van der Woud er op naleest zie je dat de verschillen tussen noord en zuid historisch bepaald zijn. Deze verschillen zitten diep. De Noord en Zuidvleugel zijn ook verschillende allianties, en worden op een andere manier bestuurlijk aangestuurd. Dat hangt samen met die geschiedenis en met de posities van de grotere steden en het landschap.  Amsterdam is de centrale stad in de Noordvleugel en dus is Amsterdam de trekker en feitelijk de baas. In de Zuidvleugel zijn Den Haag en Rotterdam twee gelijkwaardige steden, en daaroverheen ontstaat een netwerkstad. Daarin is niemand de baas. Naast de bestuurlijke en bureaucratische kolom is er een inhoudelijke. Ik heb het Atelier Zuidvleugel opgericht als platform om de mogelijkheden en de betekenis van die netwerkstad te onderzoeken. Het is een vrijplaats zonder bestuurlijke aansturing, tussen wetenschap en beleid in. In de Noordvleugel is destijds ruimte gegeven aan Teun Koolhaas en Ellen Marcusse om in een bepaalde vrijheid een mogelijke nieuwe samenhang tussen Amsterdam en Almere te onderzoeken met het IJmeer als centrale stedelijke ruimte. Dat moet je dus onderscheiden van de bestuurlijke planvorming. Er is ook een tempo verschil. De Zuidvleugel is al tien jaar bezig zich tot netwerkstad te ontwikkelen, en had daarover ook al zes jaar geleden een akkoord met het Rijk en een investeringsstrategie met 10 miljard euro. Dat is inmiddels in uitvoering. En het concept wordt nu verdiept. De Noordvleugel positioneert zich nu als metropolitane regio, maar de interne verbindingskwaliteit is nog niet hoog genoeg. En om een echte metropolitane regio te zijn moet de massa ook nog toenemen. Daarvoor is bijvoorbeeld een uitgelegd metrostelsel nodig en daarvoor is ook de HST naar Rotterdam belangrijk omdat daardoor delen van Rotterdam onderdeel worden van het daily urban system van delen van de Amsterdamse regio en vice versa.

 


 


 


 

Je ziet de Randstad dus als ongedeelde eenheid.

In het vorige nummer van S&RO (02/2007) heeft Daan Zandbelt een stuk geschreven over een wereldstad van acht miljoen inwoners. Daarin staat een goede definitie van wat nu precies die Randstadmetropool omhelst. Iedereen is onderdeel van het geheel en Amsterdam is het centrum van deze Hollandse metropool. Daarbinnen bestaan allerlei relevante subsystemen, zoals in alle metropolen.

 

Waar moet vrijdag over gedebatteerd worden?

Ik hoop dat het vrijdag een inhoudelijk vakdebat word. De grote vraag is wat we de komende twintig jaar moeten doen om de synergie binnen de Randstad te vergroten. Het gaat dan om de interne versterking in relatie tot verstedelijking. Het concept van Atelier Zuidvleugel zou heel goed toegepast kunnen worden op de hele Randstad, en de werkwijze van de Noordvleugel eveneens. Dat zou nieuwe denkbeelden opleveren.

Een tweede belangrijke vraag is hoe moeten we omgaan met het metropolitane landschap. Gaan we Utrecht bijvoorbeeld uitbreiden aan de buitenkant (Utrechtse Heuvelrug/ Lekstreek) of aan de kant van het Groene Hart? Kunnen we tegelijk met de schaalsprong in de verstedelijking een ecologische schaalsprong realiseren aan de kust, in delen van het Groene Hart en in de noordelijke wetlands en meren die van Europees formaat zijn, en kunnen we tegelijkertijd de klimaatbestendigheid vergroten. En kunnen we van andere delen zoals het Midden-Delfland of het IJmeer meer stedelijke, parkachtige ruimten maken? Of willen we alles conserveren.

 

Hoe zie jij het jury oordeel met betrekking tot de inzendingen voor de tentoonstelling de Nieuwe Nederlandse Stad?

Dat snap ik heel goed. Ik hoopte op nieuwe inzichten, maar dat is pijnlijk mislukt. Evenmin als bestuurders is de vakwereld er weer niet in geslaagd om de grote schaal goed op te pakken. We zullen er komende jaren nog veel meer tijd en energie in moeten steken. Ik hoop dat de nieuwe minister van Ruimtelijke Ordening, en de nieuwe coördinerende minister van de Randstad die denkruimte creëren, en dat de bestuurders in de vleugel elkaar dat ook gunnen. De titel "De Nieuwe Nederlandse Stad" is bewust gekozen om de schaalsprong in denken aan de orde te stellen, die het logische gevolg is van de 5e Nota en de Nota Ruimte, en een logisch gevolg is van het toenemende ruimtebeslag door de toenemende welvaart. De denkkracht op die nieuwe thema's is kennelijk nog niet groot genoeg.

 

"Urbanism doesn't exist. It is only an ideology in Marx's sense of the word." (Koolhaas in S,M,L,XL, 1995)