POWER -
Producing the Contemporary City


24 Mei - 2 September 2007
 
PowerNotes #08
Power Shift: De stad verschiet van kleur

Nieuwe Nederlanders en migranten bepalen steeds meer de nieuwe stedelijke werkelijkheid. Wat betekent dat voor de inrichting en vormgeving van de stad, de wijken en de stedelijke omgeving? Dinsdagavond 5 juni werd in de PowerLounge gezocht naar antwoorden op deze vraag.

Rotterdam, dinsdag 5 juni 2007

 

Radboud Engbersen (Movisie) leidde de avond in met een presentatie van onderzoeksresultaten. Niet helemaal verrassend bleek dat allochtone middenklassers dezelfde woonwensen hebben als autochtone middenklassers: er is behoefte aan gemengde scholen, veiligheid en een nette openbare ruimte. Het bouwen van een Marokkaanse fontein of mediterrane architectuur (zoals Le Medi) resulteert niet automatisch in een gevoel van saamhorigheid. Dit soort architectuur wordt vooral gewaardeerd door autochtonen omdat het een vakantiegevoel oproept, aldus Engbersen. Zijn voorstel is tradities te vertalen naar een moderne context.

In het hierop volgende debat, gemodereerd door Pieter Hilhorst, stelde Gülami Yesildal (deelgemeente Feijenoord) dat sociale problemen niet  kunnen worden oplost met een goede inrichting van de openbare ruimte of met architectuur. De enige relevante oplossing is het bieden van goede voorzieningen. Yesildal pleitte er ook voor om nieuwe koopwoningen in gemengde wijken beschikbaar te houden voor bestaande buurtbewoners zodat die hun wooncarrière door kunnen zetten in de eigen (hechte) buurt.

Wouter Vanstiphout (Crimson en Wimby!) was verbaasd over de conclusie die Engbersen uit het onderzoek haalde: we moeten niet opvoeden, een moskee mag best in Disney stijl. Uit ander onderzoek blijkt namelijk dat veel mensen vooral trots zijn op gebouwen als de Mevlana moskee (Essenburgsingel, Rotterdam), het geeft identiteit aan de stad.

De andere panelleden betwijfelden of architectuur kan bijdragen aan verbetering van de leefomgeving. Architecten moeten zich vooral mat de buitenkant bezighouden, aldus Erik Staal (voorzitter-directeur woningcorporatie Vestia), de plattegrond doen wij wel. Toch noemde Staal het strategisch slopen als ruimtelijk instrument. Vestia heeft dit instrument gebruikt in de Nannostraat te Den Haag en aan de Magneetstraat (complex de Woeste Hoogte) te Scheveningen. In beide gevallen ging het om een straat waar criminele activiteiten zich ophoopte. Tegelijk met de verwijdering van beiden complexen werd ook de slechte naam verwijderd in ruil voor een aangenaam buurtpark. Vanstiphout bracht hier met recht tegen in dat sloop niet als dogma moet worden gezien. Sloop betekend vaak slechts het verplaatsen van problemen en is dus niet altijd een te rechtvaardigen oplossing. Een gebouw als de Peperclip (Carel Weeber, 1982) te Rotterdam-Zuid had jarenlang een slechte naam. Dat lag niet aan de architectuur maar aan het beheer. Erik Staal was het daar mee eens en lichtte toe hoe Vestia, de gelukkige eigenaar van de Peperclip, bewoners wakker schudde om zelf meer aan een goed beheer bij te dragen. Na een avond belletje trekken bleek dat een groot deel van de bewoners de deur van het portiek opende maar niet afsloot, zodat insluipers vrij spel krijgen. Door de bewoners hier op te attenderen en ook een beloningssysteem (bioscoopbonnen) in te voeren om zelf mee te helpen aan het schoon houden van de binnentuin is de woonkwaliteit sterk verbeterd.

Dat architectuur wel degelijk belangrijk is voor de identiteit bleek uit de slot opmerking van Yesildal. Zijn ideale woning is het door Vestia in Feijenoord te realiseren complex Urban Cactus.

De belangrijkste conclusie van deze avond is echter dat goede voorzieningen en een nette openbare ruimte het belangrijkste keuzemotief voor vestiging vormen, zowel voor allochtoon als autochtoon. Mensen moeten ergens 'willen' wonen.

“Power –whether political, economic, or social – treats urban and architectural form as a means rather than an end in itself. Revealing the ways in which this power is made manifest in built form takes an essential first step for any responsible intervention in the contemporary city. The next step is to understand the specific mechanism of the power structure at play in order to subvert it or operate within it”.  (Rafi Segal, 2007)