Lezingen
12-06-05 'Van Gogh begreep niets van het Nederlandse landschap'
Biënnale curator Adriaan Geuze en fotograaf en Paradox-directeur Bas Vroege schetsten de Nederlandse polder zondag door de blik van schilderkunst en fotografie op dat 'onbegrepen' landschap te richten.
Biënnale curator Adriaan Geuze en fotograaf en Paradox-directeur Bas Vroege schetsten de Nederlandse polder zondag in de Rotterdamse Schouwburg door de blik van schilderkunst en fotografie op dat 'onbegrepen' landschap te richten.
De polder wordt 'door niemand begrepen maar door heel veel mensen gewaardeerd', begon Geuze zijn lezing. Wat deed de schilderkunst met het polderlandschap? Al twee eeuwen voor de romantische 19e eeuw, beschreef Geuze, waren het een aantal Nederlandse schilders die met hun beelden van de polder een 'behaagzieke, idyllische indruk van de werkelijkheid'. in hun overdrijvingen waren de Hollandse schilders hun tijd dus ver vooruit. De polder werd een lieflijk tafereel waarin elk cliché was terug te vinden: een jachtpartijtje hier, een molentje of gemaal daar, wat eenden op de grond en als het even kon nog wat overvliegende trekvogels om de compositie af te maken. Het is een aardig hoofdstuk voor de geschiedenisboeken, zou je zeggen, maar volgens Adriaan Geuze 'is deze opvatting over het landschap nog steeds dominant'. 'De polder met een Hollywood-achtige gezelligheid bepaalt nog steeds een groot deel van onze perceptie. Denk maar aan toeristische foto's.' En dan is er een meer uitgeklede versie van het polderlandschap, zoals bij Rembrandt. 'Het ging hem meer om een zoektocht naar het schone, het pure en het echte. Bij Rembrandt is de polder naast het vergezicht en het water ook vooral een verzameling onkruid en blubber, kortom verval. Alle landschappen bij Rembrandt verrommelden.' Maar bij Rembrandt wordt de polder nog voor iets anders gebruikt, volgens Geuze. 'Ik ben ervan overtuigd dat hij al zijn schilderijen schilderde zoals hij de polder schilderde. Het licht en de kleuren van het polderlandschap zie je op een of andere manier in al zijn andere werk terug. Hij speelt God, met die selectieve belichting van onderdelen van zijn schilderijen.' Er is ook nog een derde, 'onwaarschijnlijk verfrissende' visie op het Nederlandse polderlandschap, vertelde Geuze. En die is goed te zien bij Vermeer. 'Hij geeft ons een indruk van het landschap zonder dat hij dat landschap schildert. Daardoor krijgen wij als toeschouwers de ruimte om dat beeld in ons hoofd te vormen.' De melkmeid, bijvoorbeeld. Alles wat op dat schilderij te zien is, stelde Geuze, verwijst naar de polder: 'de kruik met melk, het brood, de pompoen, de hele polder zien we voorbijtrekken.' 'Vincent van Gogh begreep trouwens helemaal niets van het Nederlandse landschap. Hij was kleurenblind natuurlijk en daardoor heeft hij niet gezien wat dat speciale licht met het landschap doet: nergens is zo'n groot deel van het spectrum te zien.' 'Wat we hiervan kunnen leren is dat onze perceptie - denk aan een NCRV-kalender of een VVV-foto - erg geïnspireerd is door de romantische interpretatie van het landschap.'
Bas Vroege zei niet naadloos aan te sluiten op het verhaal dat Adriaan Geuze over de schilderkunst vertelde. Vroege wilde de veranderde functie van het Nederlandse landschap - en ons denken daarover - duidelijk maken door twee boeken, twee visies van fotografen tegenover elkaar te zetten: 'Nederland' van Cas Oorthuys uit 1966 en 'Hollandse Taferelen' van Hans Aarsman uit 1988. Oorthuys laat in zijn boek een productielandschap zien, een land waar gebouwd en vervoerd wordt. Volledig begrijpelijk want Oorthuys maakte de foto's in de tijd na de Tweede Wereldoorlog, toen het optimisme veruit overheerste. Nederland werd opnieuwd gebouwd en wie wilde het verval laten zien dat liefst uit het geheugen gebannen moest worden? 'Bij Aarsman dondert dat beeld in één klap in elkaar', vertelde Vroege. Weg was het probleemloze landschap en tevoorschijn kwam het schuldige, vervuilde, vervallen landschap. Letterlijk vervuild, door de vele gifbelten maar ook esthetisch doordat overal lelijke obstakels werden gebouwd. 'In onze tijd is het landschap vooral recreatie geworden', vertelde Vroege. 'En we behouden het landschap alsof het heilig is. Terwijl we juist op zoek moeten naar een nieuwe landschappelijke esthetiek.'
Nieuwsarchief
|
|